Wat heb je nodig?
- 7 doorzichtige glazen
- 6 vellen keukenpapier
- Water
- 3 lepels
- Voedingskleurstof op waterbasis: geel, rood en blauw
Opgelet: het resultaat van dit experiment laat een aantal uren op zich wachten. Als je dit proefje in de klas wilt doen, kan je dit best ‘s ochtends klaar zetten en op het einde van de dag het resultaat ontdekken.
Aan de slag!
Stap 1: Zet de 7 glazen op een rij. Giet water in glas 1, 3, 5 en 7.
Stap 2: Voeg het volgende toe:
- 5 druppels rode kleurstof aan glas 1 en glas 7
- 5 druppels gele kleurstof aan glas 3
- 5 druppels blauwe kleurstof aan glas 5
Stap 3: Roer even met een lepel in elk glas. Gebruik een propere lepel voor elke kleur.
Stap 4: Vouw het keukenpapier in de lengte in twee. Daarna nog eens. En nog eens. Tot je een dunne sliert hebt. Doe dit voor elk vel keukenpapier.
Stap 5: Vouw een sliert keukenpapier dubbel. En vouw hem terug open. Plaats het keukenpapier als een brug tussen glas 1 en 2. Steek het ene uiteinde in glas 1 en het andere uiteinde in glas 2. Doe hetzelfde met de volgende sliert. Plaats die tussen glas 2 en 3. Enzovoort.
Stap 6: Wacht enkele uren
Wat gebeurt er?
Het water wordt opgezogen door het keukenpapier. De lege glazen worden gevuld met gekleurd water uit de glazen ernaast. Geel en rood water mengen en vormen samen oranje. Geel en blauw water vormen samen groen. En rood en blauw water vormen samen paars (maar als je veel kleurstof toevoegde, kan het ook zwart lijken).
Hoe zit dat?
Als je morst, grijp je vast snel naar keukenpapier. Daarmee kuis je het makkelijk op. Keukenpapier kan namelijk heel goed water opzuigen. Dat komt omdat het papier bestaat uit veel kleine vezels met kleine openingen ertussen. Water wordt in die kleine openingen omhoog getrokken. Dat noemen we ook wel “capillaire werking”. Het reist door die openingen van de volle glazen naar de lege glazen.
In de glazen mengen de verschillende kleuren:
- Geel + blauw = groen
- Geel + rood = oranje
- Rood + blauw = paars
Geel, rood en blauw kan je niet maken door kleuren te mengen. Dat zijn “primaire kleuren”. Oranje, groen en paars kan je wel maken door te mengen. Dat zijn “secundaire kleuren”. Als je geel, rood en blauw zou mengen, krijg je bruin-zwart.
Opgelet: dat is bij kleurstoffen zo. Kleuren licht mengen werkt anders. Ontdek het hier.
Leuk proefje?
Met ons doe-blad kan je thuis of in de klas naar hartenlust meer ontdekken over dit bijzondere proefje.
Dit doe-blad hoort bij de show “Kleureka” en is geschikt voor kinderen vanaf 6 jaar.
Waar kom je dat nog tegen?
Planten hebben water nodig. Dat zit in de grond. Maar hoe geraakt dat in de plant?
Dankzij capillaire werking! In planten zitten fijne buisjes. Het water in de grond wordt in die kleine buisjes omhoog getrokken: van de wortels door de stengel naar de bladeren. Samen met het water worden er ook een heleboel voedingsstoffen naar de bladeren, bloemen en vruchten van de plant vervoerd.
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht