Wat heb je nodig?
- glazen fles
- water
- pingpongbal (zonder blutsen, mooi bolvormig)
- bak of schaal om eventueel water dat je morst op te vangen
Aan de slag!
Stap 1: Zet de fles in de schaal
Stap 2: Vul de fles tot aan de rand met water. De fles moet echt helemaal vol zijn.
Stap 3: Leg een pingpongbal op de mond van de fles.
Stap 4: Neem de fles vast en hou een paar vingers op het balletje. Draai de fles ondersteboven. Straks ga je voorzichtig je vingers van het balletje halen. Wat gaat er gebeuren, denk je?
Stap 5: Haal voorzichtig je vingers van het balletje.
Wat gebeurt er?
De pingpongbal lijkt tegen het flesje water te blijven plakken.
Is dat niet zo? Probeer het dan opnieuw. Misschien was het flesje niet tot aan de rand gevuld met water? Misschien heb je het flesje te snel of te traag omgedraaid? Dit experiment vraagt wel wat oefening.
Hoe zit dat?
Rond ons zit lucht. We kunnen de lucht niet zien, maar die onzichtbare lucht drukt naar alle kanten. De lucht drukt dus ook op de pingpongbal. In de fles zit geen lucht, alleen maar water. De lucht drukt harder op het balletje dan het water in de fles. Daarom blijft die zweven.
Niet alleen de kracht van de lucht houdt het balletje op zijn plaats. Ook het water en het plastic pingpongballetje “plakken” een beetje aan elkaar. Dat komt doordat de waterdeeltjes en de plasticdeeltjes elkaar aantrekken.
Waar kom je dat nog tegen?
Als de lucht zo sterk is, waarom voel je die dan niet continu drukken op je lichaam?
Dat komt omdat in ons lichaam ook heel wat lucht zit. Denk maar aan je longen, je oren en je neus. De druk van de lucht binnen ons lichaam is ongeveer hetzelfde als die buiten ons lichaam. Daardoor merk je er meestal dus niets van.
Maar af en toe voel je wel degelijk de luchtdruk, of toch de verandering ervan. Bijvoorbeeld als de luchtdruk daalt tijdens het opstijgen met het vliegtuig of bij het klimmen in de bergen. Het gevolg? Ploppende oren! Het ‘teveel’ aan lucht binnenin je oren ontsnapt, zodat het drukverschil verdwijnt.
Leuk proefje?
Stop dan zeker niet met experimenteren. Wat als je andere balletjes gebruikt? Met ons doe-blad kan je in de klas meer ontdekken over dit bijzondere proefje.
Dit doe-blad is geschikt voor kinderen van 6 t.e.m. 9 jaar.
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht