Hoe maak je een citroenbatterij?

Haal energie uit een plant!
Onze fossiele energiebronnen (aardolie, aardgas en steenkool) raken stilaan op en zijn heel vervuilend. Gelukkig zijn er ook groene energiebronnen. Zonne-energie, windenergie en waterenergie zijn maar enkele voorbeelden. Zelfs met planten kan je energie opwekken. Maak een citroenbatterij en ontdek het zelf!
Citroenbatterij

Opgelet!

Eet na het experiment de citroenen niet meer op.

Wat heb je nodig?

  • Citroenen
  • Gegalvaniseerde spijkers
  • Koperen munten
  • Geïsoleerde elektriciteitsdraad
  • Krokodillenklemmen
  • LED-lampje
  • Eventueel: voltmeter
Citroenbatterij3

Aan de slag!

Stap 1: Rol de citroen stevig over tafel om de sappen in de vruchte los te maken.

Stap 2
: Steek de spijker en het muntje een eind van elkaar in de citroen.

Stap 3
: Bevestig de twee stukken elektriciteitsdraad aan de spijker en het muntje met de krokodillenklemmen.

Stap 4
: Sluit de andere uiteinden van de draden aan op een LED-lampje. Opgelet: als je goed kijkt, zie je dat het LED-lampje een kort en een lang beentje heeft. Het korte beentje moet je verbinden met de gegalvaniseerde spijker.

Stap 5
: Wek meer spanning op door enkele citroenbatterijen in serie te schakelen. Hoeveel citroenen heb je nodig om 1 LED-lampje te laten branden, denk je? Probeer het uit.

Wat gebeurt er?

Als we 6 citroenbatterijen in serie schakelen, dan gaat het lampje branden. Met een voltmeter kan je bekijken hoeveel elektrische spanning wordt opgewekt. Dat is ongeveer 0,9 V per citroenbatterij.

Hoe zit dat?

Elektriciteit is een stroom van negatief geladen deeltjes. Die deeltjes worden ook wel elektronen genoemd. Het zink van de gegalvaniseerde spijker wil graag elektronen afgeven. Het koper in ons muntje wil graag die elektronen opnemen. De elektronen willen dus van het zink naar het koper toe bewegen. Maar dat kan niet zomaar. Daarvoor is een elektrolyt’ nodig. Dat elektrolyt zorgt voor een chemische reactie met zowel koper als zink, waardoor de elektronen kunnen gaan stromen. Bij onze citroenen is dat elektrolyt het zure citroensap.

Als je een lampje aansluit, gaat de stroom via de elektriciteitsdraad, de spijkers, de muntjes en de citroen lopen. Zo gaat het lichtje branden.

Citroenbatterij5
Shutterstock 1228796935

Waar kom je dat nog tegen?


Batterijen zetten chemische energie om in elektrische energie. Ze werken niet alleen met citroensap, koper en zink, maar ook met andere stoffen. In heel wat batterijen zit bijvoorbeeld kobalt. Dat is zeldzaam en je hebt heel veel water en energie nodig om het te ontginnen en te zuiveren. Wetenschappers zoeken dan ook steeds naar duurzamere manieren om batterijen te maken.

Zo zijn bijvoorbeeld Belgische wetenschappers volop aan de slag met een veelbelovend nieuw batterijtype: de lithium-zwavelbatterij. Die batterij werkt met zwavel. Dat is de op twee na meest voorkomende grondstof op aarde.

Transversale en longitudinale golven experiment

Een uitstap vol experimenten en nieuwe ontdekkingen?

Daarvoor moet je in Technopolis zijn! Duik samen met je klas of het ganse gezin in de wondere wereld van wetenschap en technologie via talloze interactieve opstellingen, originele demo’s en shows, leerrijke workshops…

Koop je tickets

Boek je klasbezoek

Ben je leerkracht?

Na dit proefje ben je weer een stap dichter bij de realisatie van enkele ontwikkelingsdoelen en/​of eindtermen:

Wiskunde, exacte wetenschappen en technologie:
B-stroom 6.23: De leerlingen voeren een iteratief technisch proces uit in de verschillende ervaringsgebieden om een eenvoudig technisch systeem te realiseren vanuit vooropgestelde behoefte(n) en aangereikte vereisten.
A-stroom 6.42: De leerlingen testen of een technisch systeem voldoet aan de behoeften en criteria.
A-stroom 6.49 / B-stroom 6.32: De leerlingen illustreren de wisselwerking tussen STEM-disciplines onderling en met de maatschappij.
B-stroom 6.13: De leerlingen relateren energieomzettingen aan veranderingen van energievorm(en) in authentieke contexten.
B-stroom 6.25: De leerlingen realiseren het technisch systeem op basis van een ontwerp en een aangereikt stappenplan.
B-stroom 6.26: De leerlingen gebruiken een aangereikte methode om te testen of een technisch systeem voldoet aan de behoefte(n) en aangereikte vereisten.