Wijsheidstanden: overbodig
Vroeger hadden we onze wijsheidstanden nodig om hard, grof voedsel extra te malen. Maar voor het voedsel dat we vandaag eten, zijn ze eigenlijk niet meer nodig. Doorheen de tijd werden onze kaken bovendien smaller, waardoor er nog maar weinig plaats is voor die extra kiezen en ze vaak getrokken moeten worden. Het aantal wijsheidstanden kan trouwens sterk verschillen tussen mensen. Vaak zijn het er vier, maar dat is niet bij iedereen zo. Sommige mensen krijgen er geen, minder dan vier of — eerder uitzonderlijk — meer dan vier.
Appendix: nodig
Van de appendix — het wormvormig aanhangsel aan het einde van de blinde darm — werd lang gezegd dat hij al z’n nut verloren was. Zijn afbraak van cellulose kwam alleen van pas toen we nog fervente planteneters waren. Bovendien ontsteekt het aanhangsel vaak, waardoor we er meer last dan nut van lijken te hebben. Fout gedacht, zo ontdekten wetenschappers onlangs. De appendix blijkt een opslagplaats voor goede bacteriën te zijn en een belangrijke rol in onze afweer te spelen. Niet zo nutteloos, dus.
Tepels: overbodig (voor mannen)
Bij vrouwen hebben ze een duidelijk nut, maar aangezien we nog geen mannen borstvoeding hebben zien geven, lijken mannelijke tepels hun bestaansreden te missen. Buiten een esthetische factor hebben ze totaal geen functie. De reden waarom mannen ze toch hebben, is omdat elk embryo zich aanvankelijk hetzelfde ontwikkelt. Hierbij worden de tepels gevormd. Pas in een latere ontwikkelingsfase worden bij embryo’s de geslachtorganen gevormd.
Derde ooglid: overbodig
Je kent het van bij reptielen en vogels, maar ook de mens had ooit een derde ooglid of knipvlies. De plica semilunaris zorgde ervoor dat we onze ogen te allen tijde konden openhouden, ook tijdens het jagen, graven en zwemmen. Je ziet er nog een overblijfsel van in je ooghoek — dat paarsrode klontertje. Veel doen we er niet meer mee. Kan ook niet: de mens heeft nog wel de spiertjes, maar niet meer het membraan dat over het oog kan schuiven.
Staartbeentje: nodig
Het stuitje — het harde bot onderaan onze ruggengraat — is een restant van de staart die onze evolutionaire voorouders hadden. Die staart is allang verdwenen en als je op het beentje valt, doet het erg pijn… en toch is dit lichaamsdeel niet zo overbodig als het lijkt. Het staartbeentje dient nu als aanhechtingspunt voor spieren. Toch maar houden, dus.
Sinussen: onduidelijk
In ons voorhoofd, bij de bovenkaak en rond de neus zitten in totaal acht bijholten — de sinussen. Het zijn lege ruimtes, gevuld met lucht, die lastig genoeg geïnfecteerd kunnen raken en zo ferme hoofdpijn veroorzaken. Artsen weten niet zeker wat hun functie juist is. Sommigen denken dat ze de toon van de stem beïnvloeden, anderen zeggen dan weer dat ze schokken absorberen zodat de hersenen en oogkassen worden beschermd.
Oorspieren: overbodig
Onderhuids hebben we nog enkele oorspieren waarmee we in de oertijd — toen we ons gehoor nodig hadden om te jagen en onszelf te beschermen — onze oren konden draaien om beter te horen. Vandaag is dat richten van de oren niet meer nodig en kunnen de meesten die spieren zelfs niet meer gebruiken. Een enkeling kan het nog wél, te lichtjes om er echt iets aan te hebben, maar net genoeg om er indruk mee te maken.
Gebeten door wetenschap? Plan een dagje Technopolis!
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht