Wie z’n tanden in een stuk chocolade zet, hoort het zachtjes kraken en voelt de stukjes daarna smelten op de tong. Zalig! Onderzoek(st)ers aan de universiteit van Leeds ontdekten hoe die prettige verandering van de textuur van chocolade — van stevig naar romig — plaatsvindt.
Uitgesmeerd
Om te begrijpen wat er gebeurt, deden de onderzoekers verschillende tests met donkere chocolade van een luxemerk. Ze legden een stuk van die chocolade op een kunstmatige 3D-tong en bestudeerden hoe de oppervlakken elkaar beïnvloeden en wat de interactie tussen ons speeksel en de chocolade is.
Na deze grondige analyse kwam het team tot een besluit: de onweerstaanbare charme van chocolade komt tot stand door drie fases. In de 1ste fase is de textuur van chocolade vast en begint je tong eraan te likken. In de 2de fase smelt de oppervlaktelaag van de chocolade. Een glad en glibberig vet bedekt dan je tong. In de 3de en laatste fase vermengt je speeksel met het vet en de cacaodeeltjes. Die gevormde emulsie zorgt voor een langdurig aangenaam gevoel.
Laagje vet
Een belangrijke ‘genotsbezorger’ tijdens het eten van chocola is dus het vet in de bovenliggende laag chocolade. Daarna spelen de cacao-deeltjes hun rol: zodra die vrijkomen, zorgen ze voor een extra smaaksensatie. Maar het dieper gelegen vet, binnenin de chocolade, speelt maar weinig rol bij het eetgenot.
En daar kan wel eens dé oplossing liggen voor de lancering van gezondere chocolade (want hoe lekker ook, echt gezond is dit goedje niet). De onderzoekers stellen dat de hoeveelheid van het dieper gelegen vet sterk verminderd kan worden, zonder afbreuk te doen aan de eetervaring. Het is immers niet de hoeveelheid vet, maar wel de locatie ervan die van belang is.
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht