Tijdens de 20ste eeuw hebben heel wat naties kernwapens ontwikkeld én bovengronds getest — tot dit in 1963 verboden werd. Die kernproeven lieten hun sporen na. Ook in de kunstwerken, want radioactieve deeltjes of “isotopen” kwamen ook terecht in de schildersdoeken. Spoor je die isotopen op? Dan kan je dus de leeftijd — en daardoor ook de echtheid — van een oud meesterwerk bepalen.
Koolstofgehalte
Koolstofdatering werd al ontwikkeld in de jaren ‘40. Hiermee achterhalen wetenschappers de ouderdom van materiaal dat afkomstig is van levende wezens. Dat doen ze door te bepalen hoeveel van het isotoop koolstof-14 erin zit.
De kernproeven in het midden van de 20ste eeuw creëerden zoveel koolstof-14 dat ze een unieke stempel achterlieten: alles wat na 1963 leefde of stierf heeft een hoog koolstof-14-gehalte. Maak je dus een oud schilderij na op een modern canvas? Dan zit er in dat doek meer koolstof-14 dan zou mogen. Hetzelfde geldt voor moderne verf. Ook die bevat meer koolstof-14 dan de verf uit de middeleeuwen of renaissance.
Succesvolle datering
Het idee om vervalsingen op te sporen door het koolstof-14-gehalte in de verf of het doek te bepalen, is niet nieuw. Het werd in 1972 al geopperd en doorheen de jaren succesvol toegepast. Zoals in 2014 in Italië, waar de te moderne canvasvezels onthulden dat een werk van de Franse kunstenaar Léger jammer genoeg een vervalsing was.
Te jong verfspatje
Toch had de koolstofdateringstechniek ook zijn beperkingen: er moesten telkens relatief grote monsters van de kunstwerken genomen worden om ze te onderzoeken. En dus bleven de wetenschappers de techniek bijschaven. Met succes: in 2019 sloegen ze erin om de ouderdom van een kunstwerk vast te stellen aan de hand van de koolstofdatering van een canvasvezel van maar enkele millimeters lang en een verfspatje ter grootte van een maanzaadje. Het doek bleek oud, maar de verf jong. Het verdict: een moderne vervalsing op hergebruikt canvas.
Geen wondermiddel, wél hulpmiddel
Hoe succesvol de meest recente koolstofdateringen ook zijn, de techniek is geen wondermiddel. Enerzijds blijft het een destructieve methode, hoe klein de afgenomen stalen ook zijn. Anderzijds zal de impact van de kernproeven ook verdwijnen: de hoeveelheid koolstof-14 in de atmosfeer keert geleidelijk aan terug naar het niveau van voor de 20ste eeuw. Koolstofdatering zal wel nuttig blijven, maar dan altijd in combinatie met andere methodes.
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht