Laten we beginnen met je eerst geruststellen: de witte kleur van sneeuw is niet het resultaat van gezichtsbedrog. De verklaring moet eerder in de samenstelling van sneeuw gezocht worden. Sneeuw is een verzameling van ijskristallen. Zelfs één klein sneeuwvlokje bestaat algauw uit tientallen kristallen. Zo’n ijskristal is doorschijnend en kleurloos. Maar komen meerdere kristallen samen? Dan verschijnt er een witte kleur. Met dank aan de wetten van de fysica.
Flipperkast van lichtstralen
De witte kleur van een sneeuwvlok is het resultaat van een reeks lichtstralen die met een flipperkast-effect door de verzameling ijskristallen schieten. Dat gaat zo: het zonlicht valt op de sneeuwvlok en wordt dan door elke individuele ijskristal (en dat kunnen er dus gemakkelijk honderd zijn in één sneeuwvlok) weerkaatst en gebroken in oneindig veel richtingen. En dat gebeurt in elke sneeuwvlok opnieuw, en opnieuw, en opnieuw …
Van regenboog naar witte tint
Het licht wordt door al die buigingen, brekeningen en weerkaatsingen uiteengerafeld in alle kleuren van de regenboog. Maar omdat de lichtstralen in al die ijskristallen werkelijk alle richtingen uitgaan, combineren de individuele regenboogkleuren zich samen tot de kleur wit. Daardoor zien we dus een maagdelijk wit deken — al is het eigenlijk een grote laag doorschijnende ijskristallen.
Wachten op een witte winter
Of we nu snel nog eens zo’n laagje sneeuwballenpret mogen verwachten, is trouwens nog maar de vraag. Uit meteorologische statistieken blijkt dat er gemiddeld gezien steeds minder sneeuwdagen zijn. Niet alleen in ons land, maar in heel Europa. Allemaal het gevolg van de opwarming van het klimaat. Het zal waarschijnlijk dus blijven bij dromen van een transparant-met-witte-uitstraling winter.
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht