At je vanochtend een sneetje brood? Dan at je onder meer deze moleculen: water, jodium, magnesium, luteïne, foliumzuur en koper. Dronk je er ook een glas melk bij? Dan goot je er moleculen als natrium, kalium, calcium, fosfor, zink, lactose en boterzuur achteraan.
Welke moleculen zitten er in je eten?
Dat ontdek je meestal via het voedingswaarde-etiket op de verpakking. Het etiket vertelt welke chemische stoffen — ook wel voedingsstoffen of nutriënten genoemd — er in je voedsel zitten. Geen verpakking? Check dan de Belgische voedingsmiddelentabel
Opgedeeld in categorieën
Neem er eens een potje yoghurt, doos cornflakes of zak chips bij: je zal zien dat de ‘nutriënten’ vaak gegroepeerd worden op het etiket. Alle stoffen met een gelijkaardige chemische bouw of biologische functie worden samen vermeld. Zo vormen ze zeven categorieën: koolhydraten (gluciden), vetten (lipiden), eiwitten (proteïnen), mineralen, vitaminen, vezels en water.
Handig, want …
Als je de voedingsstoffen kent, kun je ook nagaan of het voedingsmiddel wel geschikt is voor jou of een van je gezinsleden. Want misschien moet iemand van jullie wel zoutarm eten of misschien is er iemand allergisch voor bepaalde eiwitten?
Als je weet uit welke chemische stoffen je voedsel is opgebouwd, dan kun je ook hun eigenschappen ontdekken. Denk maar aan dat sneetje brood waarmee je jouw dag startte: de mineralen erin (jodium, magnesium en koper) zorgen voor sterke botten en spieren, en de vitamines (zoals foliumzuur) zorgen onder andere voor een betere weerstand.
Boodschappenlijstje
Voila, als jij volgende keer mee naar de supermarkt gaat, kun je naast een ingrediëntenlijstje dus ook een nutriënten-lijstje meenemen. Wedden dat je je moeder zal verbazen?!
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht