Wat heb je nodig?
- 5 eetlepels
- Potje suiker
- Blokje appel
- Blokje wortel
- Rozijn
- Stukje After Eight chocolade
- Blinddoek
- Proefkonijn
Aan de slag!
Stap 1: Blinddoek je proefkonijn. Dat is de proever.
Stap 2: Ga naast het proefkonijn zitten. Neem een lepel met een beetje van het eerste testvoedsel.
Stap 3: Laat het proefkonijn de mond openen en met de vingers de neus dichthouden.
Stap 4: Laat het proefkonijn proeven van het testvoedsel. Kan het raden wat het proeft?
Stap 5: Laat je proefkonijn proeven mét neus. Proeft die nu wat het eet?
Stap 6: Herhaal Stap 2 tot en met 5 met telkens ander testvoedsel.
Wat gebeurt er?
Je neus beïnvloedt de smaken.
Hoe zit dat?
De vijf smaken die je met je tong proeft, zijn zoet, zuur, zout, bitter en umami (hartig).
Maar ook geuren of ‘aroma’s’ bepalen of eten je smaakt. Suiker is een echte tong-smaak: die proef je niet met je neus. Je kunt nooit het verschil ruiken tussen water en suikerwater.
Dat chocolaatje met munt smaakte zonder neus gewoon naar chocolade (die herken je aan de zoete smaak en het‘smelt in je mond’-gevoel). Maar mét neus‘proef’ je duidelijk munt. Beter gezegd: je ruikt munt! Want de aroma’s van voedsel in je mond, komen ook in je neus terecht. Mond‑, keel- en neusholte staan met elkaar in verbinding.
Waar kom je dat nog tegen?
Drinkflessen zoals de Air-up maken daar handig gebruik van. Je vult ze gewoon met kraanwater en plaatst er een geurpod op. Als je dan uit de fles drinkt, lijkt je water net een smaakje te hebben.
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht