Ontdek zeeën van kansen…
In Zeekracht ontdek je welke schatten de zee herbergt en hoe we ze in de toekomst best kunnen benutten. We hebben het niet over gezonken kisten met piratengoud, maar over de wind, golven, het zeeleven… De zee is een belangrijke bron van duurzame voeding, hernieuwbare energie en – niet te vergeten – een belangrijke transportweg.
Dat belooft voor de toekomst! Zeggen we binnenkort vaarwel aan alle schepen op fossiele brandstoffen? Of gaan we energie opslaan in gigantische badkuipen? Duik in onze expo en wie weet wat je nog ontdekt.
… en waag een sprong in het diepe
Zo krachtig als de zee is, zo kwetsbaar is ze ook. Onze grootste uitdaging? De zee benutten terwijl we haar minimaal verstoren. We hebben de zee en al haar bewoners namelijk nodig om onze blauwe planeet in evenwicht te houden. Daarvoor is wetenschappelijk onderzoek onmisbaar.
Hoe bescherm je bruinvissen tegen onderwaterlawaai? Kunnen oesters onze kust beschutten tegen stormen? Welke dieren vind je rond een windmolen? Hoe leg je een kunstmatig rif aan? Neem een flinke duik in onze zee en haven en onderzoek het zelf.
Reis naar de haven van de toekomst
We dompelen je niet alleen onder in de zee, we stappen samen aan boord van de toekomst. Hoe ziet de haven eruit in 2050? En hoe maken we de voetafdruk op onze blauwe planeet zo klein mogelijk?
Via een gigantische interactieve haventafel geef je zelf vorm aan de toekomst. Beweeg je handen over de tafel en maak kennis met energieneutrale sluizen, de kracht van stroom en klimaatvriendelijke schepen die niet afhangen van fossiele brandstoffen.
Ga slim om met energie
In Zeekracht leer je via een set interactieve schermen alles over de opwekking van groene energie, de opslag ervan en het verbruik. Wat dacht je ervan om zelf eens een windmolen te bouwen? En om de energie die je opwekt op verschillende manieren op te slaan? Als je daarin slaagt, dan dagen we je uit om een zelfvoorzienend eiland te bouwen.
Handig om te weten
Samen maken we de zee groen
De beste stuurlui voor onze toekomst staan niet allemaal aan wal. We hebben er alle belang bij dat iederéén (ja ook jij!) weet welke kansen en uitdagingen de zee en de haven herbergt. Alleen als alle neuzen in dezelfde richting staan, kunnen we volle vaart vooruit richting een duurzame toekomst.
Technopolis mocht zich in 2021 dan ook trots SDG Voice noemen. Dat wil zeggen dat wij als luidspreker dienden voor een reeks doelstellingen om duurzamer met onze leefwereld om te gaan. Via Zeekracht bevorderen we levenslang leren (doel 4) en laten we je zien:
- hoe belangrijk betrouwbare en duurzame energie is (doel 7),
- waarom actie tegen klimaatverandering echt nodig is (doel 13) en
- hoe we de zee op een duurzame manier kunnen benutten met alle respect voor het leven in het water (doel 14).
- Dat doen we lang niet alleen, maar met een heleboel boegbeelden van onderzoek en innovatie in Vlaanderen (doel 17)!
Ben je leerkracht?
En werk je graag verder rond windenergie in de klas? Bekijk dan zeker het project Verticale windturbine van Brightbib.
Een bezoek aan Zeekracht helpt je ook een heleboel eindtermen te realiseren.
1.1. A‑stroom
Burgerschap
7.9 De leerlingen illustreren het belang van individuele en gezamenlijke acties en engagement voor de samenleving. (transversaal)
7.12 De leerlingen lichten de complexiteit en verwevenheid van duurzaamheidskwesties toe. (transversaal)
7.13 De leerlingen verklaren de impact van globale uitdagingen van duurzame ontwikkeling op het lokale niveau. (transversaal)7.14 De leerlingen illustreren wederzijdse beïnvloeding tussen maatschappelijke domeinen. (transversaal)
Duurzaamheid
9.6 De leerlingen onderzoeken ruimtelijke effecten van veranderingen in landschappen op de mens en zijn leefomgeving.
Wiskunde – Natuurwetenschappen – Technologie – STEM
6.23 De leerlingen analyseren energieomzettingen in levende en niet-levende systemen.
6.24 De leerlingen leiden de uitwerking van krachten af uit authentieke contexten.
6.33 De leerlingen leggen uit dat organismen met bepaalde kenmerken, in een welbepaalde omgeving, meer waarschijnlijk dan andere organismen zullen overleven en zich voortplanten.
6.49 De leerlingen illustreren de wisselwerking tussen STEM-disciplines onderling en met de maatschappij.
Ruimtelijk bewustzijn
9.5 De leerlingen illustreren dat landschappen evolueren onder invloed van fysisch- en sociaal-geografische veranderingen.
9.6 De leerlingen onderzoeken ruimtelijke effecten van veranderingen in landschappen op de mens en zijn leefomgeving.
1.2. B‑stroom
Burgerschap
7.9 De leerlingen illustreren het belang van individuele en gezamenlijke acties en engagement voor de samenleving. (transversaal)
7.12 De leerlingen lichten de complexiteit en verwevenheid van duurzaamheidskwesties toe. (transversaal)
7.13 De leerlingen verklaren de impact van globale uitdagingen van duurzame ontwikkeling op het lokale niveau. (transversaal)
7.14 De leerlingen illustreren wederzijdse beïnvloeding tussen maatschappelijke domeinen. (transversaal)
Duurzaamheid
9.5 De leerlingen herkennen voorbeelden van de impact van klimaatveranderingen.
Wiskunde – Natuurwetenschappen – Technologie – STEM
6.13 Leerlingen relateren energieomzettingen aan veranderingen van energievorm(en) in authentieke contexten.
6.14 Leerlingen geven voorbeelden van de uitwerking van krachten in authentieke contexten.
6.18 De leerlingen leggen uit dat organismen met bepaalde kenmerken, in een welbepaalde omgeving, meer waarschijnlijk dan andere organismen zullen overleven en zich voortplanten.
6.32 De leerlingen illustreren de wisselwerking tussen STEM-disciplines onderling en met de maatschappij.
Ruimtelijk bewustzijn
9.4 De leerlingen illustreren dat landschappen veranderen onder invloed van natuurlijke oorzaken en menselijke ingrepen.
9.5 De leerlingen herkennen voorbeelden van de impact van klimaatveranderingen.
Vakoverschrijdende eindtermen: Omgeving en duurzame ontwikkeling
2. De leerlingen herkennen in duurzaamheidsvraagstukken de verwevenheid tussen economische, sociale en ecologische aspecten en herkennen de invloed van techniek en beleid.
4. De leerlingen zoeken naar duurzame oplossingen om de lokale en globale leefomgeving te beïnvloeden en te verbeteren.
3.1. ASO
Wetenschappen
13. De leerlingen kunnen energieomzettingen bij beweging van materie kwalitatief beschrijven.
15. De leerlingen kunnen energietransport op enkele schaalniveaus illustreren.
18. De leerlingen kunnen relaties aantonen tussen biotische, abiotische en antropogene factoren binnen een ecosysteem.
30. De leerlingen kunnen illustreren hoe toepassingen van wetenschappelijke kennis leiden tot veranderingen in de samenleving.
Aardrijkskunde
10. De leerlingen kunnen op een eenvoudige manier de natuurlijke en menselijke oorzaken van milieuproblemen in een gebied verklaren en er de gevolgen voor mens, natuur en milieu uit afleiden.
Natuurwetenschappen
4. De leerlingen kunnen bij het verduidelijken van en het zoeken naar oplossingen voor duurzaamheidvraagstukken wetenschappelijke principes hanteren die betrekking hebben op grondstoffenverbruik, energieverbruik, biodiversiteit en het leefmilieu.
Technisch-technologische vorming
1. De leerlingen kunnen effecten van techniek op mens en samenleving illustreren en in historisch perspectief plaatsen (zoals comfort, design, milieu, consumentisme …).
3.2. BSO
Project Algemene Vakken
31. De leerlingen kunnen belangrijke wereldproblemen bondig omschrijven.
35. De leerlingen kunnen onder begeleiding illustreren hoe natuurwetenschappen kunnen bijdragen tot een duurzame globale en lokale leefomgeving.
36. De leerlingen kunnen onder begeleiding natuurwetenschappelijke verschijnselen verbinden met toepassingen uit de leefwereld;
3.3. KSO
Aardrijkskunde
10. De leerlingen kunnen op een eenvoudige manier de natuurlijke en menselijke oorzaken van milieuproblemen in een gebied verklaren en er de gevolgen voor mens, natuur en milieu uit afleiden.
Natuurwetenschappen
10. Bij het verduidelijken van en zoeken naar oplossingen voor duurzaamheidsvraagstukken onder begeleiding wetenschappelijke principes hanteren die betrekking hebben op grondstof- en energieverbruik.
3.4. TSO
Aardrijkskunde
10. De leerlingen kunnen op een eenvoudige manier de natuurlijke en menselijke oorzaken van milieuproblemen in een gebied verklaren en er de gevolgen voor mens, natuur en milieu uit afleiden.
Natuurwetenschappen
10. Bij het verduidelijken van en zoeken naar oplossingen voor duurzaamheidsvraagstukken onder begeleiding wetenschappelijke principes hanteren die betrekking hebben op grondstof- en energieverbruik.
Vakoverschrijdende eindtermen: Omgeving en duurzame ontwikkeling
2. De leerlingen herkennen in duurzaamheidsvraagstukken de verwevenheid tussen economische, sociale en ecologische aspecten en herkennen de invloed van techniek en beleid.
4. De leerlingen zoeken naar duurzame oplossingen om de lokale en globale leefomgeving te beïnvloeden en te verbeteren.
4.1. ASO
Wetenschappen
6. De leerlingen kunnen op verschillende schaalniveaus processen waarbij energie wordt getransformeerd of getransporteerd beschrijven en herkennen in voorbeelden.
27. De leerlingen kunnen de relatie tussen natuurwetenschappelijke ontwikkelingen en technische toepassingen illustreren.
28. De leerlingen kunnen effecten van natuurwetenschap op de samenleving illustreren, en omgekeerd.
Aardrijkskunde
7. De leerlingen kunnen de invloed van menselijke activiteiten op het milieu zoals: broeikaseffect, natuurrampen, zure regen, waterbeheersing, bodemdegradatie en ‑verbetering met voorbeelden illustreren.
15. De leerlingen kunnen het belang duiden van natuurlijke en sociaal-economische componenten voor de ruimtelijke planning.
26. De leerlingen kunnen voorstellen aanbrengen voor het ruimtegebruik in het kader van duurzame ontwikkeling.
Natuurwetenschappen
6. Bij het verduidelijken van en het zoeken naar oplossingen voor duurzaamheidsvraagstukken wetenschappelijke principes hanteren die betrekking hebben op tenminste grondstoffen, energie, biotechnologie, biodiversiteit en het leefmilieu.
Technisch-technologische vorming
1. De leerlingen kunnen effecten van techniek op mens en samenleving illustreren en in historisch perspectief plaatsen (zoals comfort, design, milieu, consumentisme …).
4.2. BSO
Project Algemene Vakken
19. De leerlingen kunnen belangrijke wereldproblemen herkennen en bespreken.
33. De leerlingen kunnen illustreren hoe natuurwetenschappen kunnen bijdragen tot een duurzame globale en lokale leefomgeving.
34. De leerlingen kunnen natuurwetenschappelijke verschijnselen verbinden met toepassingen uit de leefwereld.
4.3. KSO
Aardrijkskunde
8. Illustreren dat duurzame ontwikkeling mede bepaald wordt door gebruik en ordening van de ruimte.
Natuurwetenschappen
5. De leerlingen kunnen bij het verduidelijken van en zoeken naar oplossingen voor duurzaamheidsvraagstukken wetenschappelijke principes hanteren die betrekking hebben op biodiversiteit en het leefmilieu.
4.4. TSO
Aardrijkskunde
8. Illustreren dat duurzame ontwikkeling mede bepaald wordt door gebruik en ordening van de ruimte.
Natuurwetenschappen
5. De leerlingen kunnen bij het verduidelijken van en zoeken naar oplossingen voor duurzaamheidsvraagstukken wetenschappelijke principes hanteren die betrekking hebben op biodiversiteit en het leefmilieu.